Tip 1: Hoeslaken en dekbedovertrek

Het is één van de meest gemaakte fouten: overhaast een zomerdekbed kopen zodra het warmer wordt. Het klinkt misschien gek, maar als je last hebt van warmte hoeft dat niet te betekenen dat je gelijk een ander dekbed nodig hebt. Een ander materiaal dekbedovertrek of hoeslaken kan ook helpen. Je kunt onder een heerlijk luchtig dekbed liggen, maar als het overtrek niet ventileert heb je daar weinig aan. Kies daarom voor beddengoed dat volledig van katoen of linnen is gemaakt.

Goed om te weten: katoen kan op meerdere manieren geweven worden en de eigenschappen veranderen mee. Katoensatijn is voor de zomer geweldig. Dat is heel dun en ademt goed. Het is wel vrij glad, daar moet je van houden. Percal is een goed alternatief. Dat is minder glad en iets voordeliger.

Tip 4: Materiaalkeuze

Bij een nieuw dekbed kun je uit allerlei materialen kiezen. Elk materiaal heeft zijn eigen voor- en nadelen. Tencel, linnen en bamboe zijn het luchtigst. Dat zijn natuurlijke materialen die warmte goed opnemen en verspreiden. Plekken die snel warm worden, zoals je nek of rug, blijven hierdoor koel.

Als je van een lichtgewicht dekbed houdt, kun je zijde of dons overwegen. Zijde voert warmte goed af, maar heeft ook als eigenschap dat het zich naar je lichaam vormt. Daar moet je van houden. Dat heeft dons iets minder, maar dons is weer niet zo goed in warmte afvoeren als andere materialen.

Slaap je graag onder een wat zwaarder dekbed? Dan kan een katoenen dekbed een goede keuze zijn. Katoen is bovendien vrij goedkoop. Houd er wel rekening mee dat het minder luchtig is dan linnen of bamboe. Het kan dus iets eerder klam aanvoelen.